Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Te dien dage zal de HEERE de inwoners van Jeruzalem beschutten; en die, die onder hen struikelen zou, zal te dien dage zijn [32]als David; en [33]het huis Davids zal zijn [34]als goden; [35]als de Engel des HEEREN [36]voor hun aangezicht. 31. Dat is, die zwak is. 32. Te weten, zo dapper in den strijd als eertijds David geweest is. Versta dit van een geestelijke dapperheid, welke de Heilige Geest in de kinderen Gods teweegbrengt. 33. Het huis van David; dat is, de voorstanders van Gods volk. 34. Anders: als God. Anders: als Gods [huis]. Men kan hier door goden verstaan de engelen. 35. Dat is, als Christus, gelijk blijkt uit de navolgende woorden. 36. Dat is, die voor hun aangezicht wandelt, of heengaat. Verg. Micha 2:13.